Geef een voorbeeld van een bepaling die weliswaar in een huurcontract voor woonruimte staat, maar waar de verhuurder de huurder niet aan kan houden. Licht zorgvuldig toe waarom de bepaling niet houdbaar zou zijn.

  •  Vb 1 huurder moet alle gebreken herstellen.

    Toelichting: art. 7:206 BW (1pt) bepaalt dat verhuurder gebreken moet herstellen (1pt). Art. 7:242 BW (1pt) bepaalt dat daar niet ten nadele van een huurder van mag worden afgeweken in een huurcontract (2pt). Als dit toch gebeurt, is de bepaling vernietigbaar ingevolge art. 3:40 lid 2 BW.
     
    Vb 2 In het huurcontract staat een opzegtermijn voor de verhuurder van twee maanden.
    Art. 7:271 lid 5 sub b (1pt) bepaalt dat de minimumtermijn drie maanden is (1pt). En lid 7 (1pt) bepaalt dat een beding waarbij daarvan dmv kortere opzegtermijn voor verhuurder wordt afgeweken, nietig is (2pt).
     
    Vb 3 Renovatieclausule. Als studenten goed uitleggen dat een dergelijke clausule mág maar niet betekent dat de huurder automatisch toestemming geeft voor de renovatie, en dus dat de verhuurder de huurder niet letterlijk aan de clausule mag houden. (5pt)

    Rapporteer Plaats commentaar