Geef een voorbeeld van een aantal Nederlandse dichters. En vertel over hoe dominee-dichters hun naam verkregen.

Willem Bilderdijk schreef over verbeeldingskracht en portretteerde zichzelf als onbegrepen eenling. Maar hij was ook voorman van het Nederlandse reveil.
 
In de jaren 30 ontstond in Leiden een romantische studentenclub. Nicolaas Beets, als Hildebrand en Johannes Hasebroek, als Jonathan en Jan Kneppelhout, als Klikspaan. Geïnspireerd door Byron schreef Beets zijn Guy de Vlaming. In tegenstelling tot zijn inspirator schrijft hij milder over het oordeel van God. Men schrijft binnenskamers, onder pseudoniem. Velen werden later dominee. Ze worden dan dominee-dichters genoemd. Van de dichters werd verwacht dat ze zich inspanden voor het bevorderen van het welzijn van de samenleving. Ze gebruikten gedichten om direct te reageren op hedendaagse discussies.