Geef een voorbeeld van artikel 507a in de vorm van een arrest. 

Art. 507a: vorderingen die ontstaan als het goed in waarde verminderd of vernieuwd wordt. Denk aan vorderingsrecht aan brandverzekeraar of aanstichter wegens onrechtmatige daad.

 

Bijzonder geval waarvan in object gewisseld wordt is het arrest Smokehouse/Culimer:

Smokehouse kan zijn leveringscontract niet tijdig nakomen en Culimer stelt schadevergoeding wegens wanprestatie jegens Smokehouse. Via slinkse wijze laat Culimer zalm in Nederland bestellen en daar leggen ze beslag op zodat ze niet in Denemarken beslag hoeven te leggen en uitwinnen. HR: dat mag. Zalm is bederfelijk. Hoe langer het duurt, hoe minder het waard wordt en daar is niemand mee gebaat.

 

Smokehouse 1

Smokehouse wilde het beslag eraf hebben, die vordert opheffing van het beslag. Kan dat vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard worden? Waarom is dat een probleem, waarom kun je dat niet zomaar verklaren, maar moet dat tot aan de HR toe uitgeprocedeerd worden? Opheffing is een constitutief vonnis, dat is een nieuwe rechtstoestand. Er ligt beslag op en je kunt er niet meer over beschikken en bij opheffing hef je dat op en komt er een andere rechtstoestand. Dus de aard van het vonnis is het antwoord.

HR: ja het kan uitvoerbaar bij voorraad verklaard worden.

 

Smokehouse 2

Ging erover dat de zalm niet naar Nederland gehaald mocht worden. HR: was niet onrechtmatig.

Culimer zegt: Smokehouse wil dat beslag eraf hebben, maar heeft er geen belang bij want het beslag is er al lang af want de zalm hebben we allang verkocht dus dan is het beslag ook weg. HR: beslagobject is weg, maar de bedoeling is geweest dat de opbrengst op de rekening blijft staan net zolang tot het beslag blijft rusten totdat beslist is dat het beslag onrechtmatig was of niet. Je ziet hier een soort vervanging van het beslagobject, of een voorwaardelijke opheffing. De zalm was immers weg, dan is het beslag ook teniet gegaan. Daarvoor in de plaats is dan die opbrengst op de rekening gekomen.