Geef een voorbeeld van Aristotelische kenmerken in het werk van Thomas van Aquino

Aristoteles stelt de realiteit voor als een aantal concentrische sferen waarvan de aarde het middelpunt was. Daarbij verdeelde hij de realiteit in een bovenmaans en een ondermaans gedeelte. Het ondermaanse was de feilbare, onvoorspelbare wereld waarin wij leven en waarin alles aan zijn eind komt. Alles in deze ondermaanse sfeer bestond uit aarde, lucht, water en vuur. Het bovenmaanse gedeelte daarentegen bestond uit een aantal perfecte sferen, gemaakt van pure kristalachtige substantie die oneindig en eeuwig was: Quinta essentia. Aan deze sferen waren de hemellichamen bevestigd zodat zij tot in de eeuwigheid hun perfecte ronde banen beschreven.

Deze opvattingen pasten voor Thomas van Aquino perfect in zijn kerkelijke wereldbeeld. Ook daarin stond immers de wereld centraal in het heelal. Ook het idee dat het aardse leven feilbaar en eindig was en het hemelrijk juist perfect en eeuwig, paste in de Christelijke traditie en word door Aquino opgenomen in zijn Summa Theologiae.