Geef een voorbeeld van 1 zin met 3 functies van taal.

  • Bijvoorbeeld: een leerling die te laat binnen komt rennen, vertelt dat zijn wekker niet afging (conceptualisering), dat hij het erg vervelend vindt dat hij nu te laat is (expressie) en dat hij daar spijt van heeft (communicatie).

    Rapporteer Plaats commentaar