leefde van 495 v.Chr. tot 406 v.Chr. er treedt in zijn stukken een peripeteia op (omslag) op het dramatisch hoogtepunt hij zette heldhaftige, koninklijke en onverzettelijke personages neer die in het besef (anagnorisis) dat ze een tragische misstap (hamartia) hebben begaan en machteloos staan tegenover de goden., hij voerde als eerste een 3de acteur in bracht soms als trilogie stukken uit die geen verband hadden 7 van de 123 tragedies bewaard