Geef een overzicht van de goederenrechtelijke zekerheidsvormen, die een credietverlener zou kunnen verlangen van de credietnemer. Noem er 4
1 Pand en hypotheek met een verplichte executie en verantwoording van de restant-opbrengst.
2 Eigendomsvoorbehoud; deze zekerheid strekt zich slechts uit tot hetgeen de debiteur verschuldigd is terzake van gesloten koopovereenkomsten of terzake van de tegenprestatie van daarbij behorende werkzaamheden (art. 3:92 BW).
3 Huurkoop: als sub b, maar thans beperkt tot de schulden uit de huurkoop zelf.
4 Sale-and-lease-back, waarbij geen van de sub a, b en c genoemde beperkingen geldt, maar waarbij het gebruikmaken van de koopoptie van de lessee aan het eind, het einde van het ‘zekerheidsrecht’ betekent.