Geef een omschrijving van de sociale ontwikkeling van spelactiviteiten:
1. Toekijkend of solitair Het kind kijkt naar het spel van anderen zonder zelf mee te doen, of het speelt allen zonder aandacht aan anderen te besteden.
2. Parallel Kinderen spelen naast elkaar met hetzelfde materiaal, maar zonder wezenlijke interactie of samenwerking.
3. Associatief Kinderen zijn gezamenlijk bezig, maar zonder gemeenschappelijke taak, taakverdeling of doel.
4. Coöperatief Kinderen spelen samen en stemmen hun activiteiten op elkaar af om een gemeenschappelijk doel te bereiken.