Geef een korte omschrijving van de Job Demands Resources Model en de kentekeningen

  • Het Job Demands-Resources Model (zie figuur 2.7 in het tekstboek) stelt dat risicofactoren voor stress zijn op te delen in twee categorieën: taakeisen (job demands) en energiebronnen (job resources). Wanneer hoge taakeisen voortduren terwijl er onvoldoende mogelijkheid voor herstel is, kan er werkstress optreden en kan dit aanleiding zijn voor negatieve reacties als burn-out. Energiebronnen zijn aanwezig op het niveau van organisatie (bijvoorbeeld loopbaanmogelijkheden), interpersoonlijke relaties (bijvoorbeeld steun van collega’s), de organisatie van het werk (bijvoorbeeld participatie in besluitvorming) en de taak (bijvoorbeeld feedback). Het JD-R Model veronderstelt dat burn-out en bevlogenheid een mediërende rol spelen in respectievelijk een stress- en motivatieproces. Daarnaast stelt het JD-R een interactie-effect voor van taakeisen en energiebronnen op zowel stressreacties als bevlogenheid, waardoor energiebronnen stressbufferend alsook motivatieverhogend kunnen werken.
    Het wordt ook het Werkstress Energiebronnen model benoemd WEB

    Rapporteer Plaats commentaar

  • Het Job Demands-Resources Model (zie figuur 2.7 in het tekstboek) gaat uit van 3 veronderstellingen:


    1) De eerste veronderstelling:
    De risicofactoren voor stress zijn onder te verdelen in twee categorieën:
    1. taakeisen (job demands) - de te leveren inspanningen
    2. energiebronnen (job resources). - de beschikbare mogelijkheden in werk/werksituatie.

    • Hoge taakeisen die voortduren en onvoldoende mogelijkheid voor herstel -> taakeisen veranderen in werkstressoren. Aanleiding voor negatieve reacties als burn-out.
    • Een positieve reactie kan plaatsvinden als er voldoende energiebronnen aanwezig zijn (herstel).


    2) De tweede veronderstelling:

    Het JD-R Model veronderstelt er twee parallelle processen plaatsvinden.

    In het het eerste proces leiden veeleisende aspecten tot een voortdurende aantasting van energiereserves - mentale uitputting > burn-out

    Het tweede proces leidt tot motivatie en bevlogenheid door de aanwezigheid van energiebronnen (zorgt voor intrinsieke motivatie).

    En er zijn in het model zijn ook een aantal dwarsverbanden
    • de afwezigheid van energiebronnen bevordert stressreacties = minder positieve uitkomsten

    • de aanwezigheid van taakeisen kunnen motivatieverhogend werken (bijvoorbeeld taakeisen die uitdaging geven)

    • taakeisen en energiebronnen en stressreacties en bevlogenheid zijn negatief aan elkaar gerelateerd. (als de taakeisen hoog zijn, weinig energiebronnen, zijn taakeisen laag, meer energiebronnen etc)


    3) De derde veronderstelling is tweeledig
    Het interactie effect van taakeisen en energiebronnen op zowel stressreacties als bevlogenheid.
    • enerzijds wordt verwacht dat energiebronnen de ongewenste invloed van taakeisen op stressreacties compenseren - stressbufferend effect

    • anderzijds zullen energiebronnen een positief effect hebben als het er echt om gaat (hoge taakeisen) (hulpbronnen krijgen betekenis als het nodig is...)

    Rapporteer Plaats commentaar