Geef een definitie van de volgende begrippen: feitelijke handeling, beschikking, algemeen verbindend voorschrift, beleidsregel.

    • Feitelijke handeling: handeling zonder beoogd rechtsgevolg. 
    • Beschikking: besluiten gericht tot één of enkele personen.
    • Algemeen verbindend voorschrift: algemene, extern werkende, voor de betrokkenen bindende regels, die zijn vastgesteld door een orgaan van de overheid dat de bevoegdheid daartoe ontleent aan de Grondwet of de wet in formele zin. 
    • Beleidsregel: besluit van algemene strekking. Geen beroep bij de bestuursrechter mogelijk. Enkel bindend voor het bestuur.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Feitelijke handeling: handelingen waarmee niet wordt beoogd juridische gevolgen in het leven te roepen. Daaronder vallen dus ook handelingen waarmee onbedoeld een rechtsgevolg in het leven wordt geroepen. In het kader van bevoegdheden van publiekrechtelijke aard, zoals het verlenen van subsidies of vergunningen, kan een bestuursorgaan feitelijke handelingen verrichten, bijvoorbeeld door het verstrekken van informatie. Voor feitelijke handelingen waarbij wordt ingegrepen in de rechten en vrijheden van burgers is een wettelijke bevoegdheid vereist (legaliteitsbeginsel). De bepalingen in hs2 Awb over verkeer tussen bestuursorganen en burgers zijn van toepassing. Daarnaast bepaald art. 3:1 lid 2 dat op andere handelingen van bestuursorganen dan besluiten, dus ook op feitelijke handelingen, de afdelingen 2,3,4 &5 van hs3 Awb van overeenkomstige toepassing zijn, voorzover de aard van de handelingen zich daartegen niet verzet. 
    Beschikking: een beschikking is een besluit met een individueel, concreet karakter. Met een beschikking stelt het bestuur in een concreet geval vast wat in deze statie recht is. In een beschikking wordt een individuele rechtsnorm gegeven. 
    Het belangrijkste criterium is of er sprake is van een besluit dat geadresseerd is aan één persoon of een bepaalbare groep personen; in die gevallen is er sprake van een beschikking. (persoonsgerichte beschikkingen). 2e criterium: object- of zaakscriterium. Is het besluit genomen met oog op de hoedanigheid of bijzondere eigenschappen van het object waar het besluit betrekking op heeft. Als ze niet bepalend zijn is er sprake van een algemeen verbindend voorschrift. - begunstigende en belastende beschikkingen: belastende beschikkingen mogen niet worden genomen zonder dat er een wettelijke basis aanwezig is. Bij begunstigende beschikkingen bestaat het bezwaar minder. De geadresseerde van de beschikking wordt er immers alleen maar beter van- gebonden en vrije beschikkingen: bij een gebonden beschikkingsbevoegdheid kan het bestuur nauwelijks naar eigen inzicht handelen, bij een vrije beschikkingsbevoegheid bestaat de mogelijkheid juist wel. 
    Soorten:- vrijstelling: als de wetgever aan een bestuursorgaan de bevoegdheid geeft om een bepaalde norm niet van toepassing te verklaring op een categorie van gevallen.- ontheffing: indien de wetgever een bepaalde gedraging ongewenst acht en dus een gebod of verbod uitvaardigt, maar het toch mogelijk maakt dat in een individueel geval een uitzondering op de regel wordt gemaakt. - vergunning: wordt gehanteerd als de wetgever een bepaalde activiteit op zich niet onwenselijk vindt maar wel invloed wil uitoefenen op de wijze waarop de activiteit plaatsvindt. - erkenning: als een wettelijk voorschrift eist dat een persoon of instelling aan bepaalde eisen voldoet
    Algemeen verbindende voorschriften:naar buiten werkende, algemene regels, die zijn uitgegaan van et bevoegd gezag dat bij of krachtens de formele wet bevoegd is tot regelgeving. Bovendien moet de regel een 'zelfstandige norm' (recht of verplichting) bevatten. Een regel is naar buiten werkend als de regering haar werking heeft buiten het orgaan dat de regeling vaststelt. 
    Beleidsregels: het kan blijken doordat achteraf een bepaalde lijn te ontdekken in de beslissingen. Ook kan het beleid intern worden vastgelegd. Burgemeesters en wethouders kunnen gemeentelijke diensten op een lijn komen. Beleidsregels binden alleen het bestuur en dan nog slechts op indirecte wijze. Onder beleidsregel wordt verstaan een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan (art. 1:3, lid 4 Awb). Er zijn dus drie soorten beleidsregels: regels voor afwegen van belangen, regels voor vaststellen feiten, regels voor uitleg van wettelijke voorschriften. 

    Rapporteer Plaats commentaar