Geef een beschrijving van de beginselen van rechtsstatelijkheid. 

Vertrouwen, gelijkheid, zuiverheid van oogmerk en verbod op willekeur. Het vetrouwensbeginsel verwijst naar de situatie dat door de overheid gewekte verwachtingen in redelijkheid gehonoreerd dienen te worden, tenzij zwaarwichtige belangen zich daartegen verzetten. Het gelijkheidsbeginsel behelst dat gelijke gevallen, gelijk worden behandeld en ongelijke gevallen ongelijk worden behandeld naar mate van verschil. Met zuiverheid van oogmerk wordt bedoeld dat overheidsorganen een bevoegdheid alleen mogen gebruiken voor het doel waartoe deze is gegeven. Het verbod op willekeur houdt in dat relevante belangen in een behoorlijke mate tegen elkaar dienen te worden afgewogen.