Geef een beschrijving met enkele kenmerken van gymnospermenhout.

Geef een beschrijving met enkele kenmerken van eudicotylenhout.

  • - Het hout bevat alleen tracheïden en geen tracheeën. De hofstippels bevinden zich uitsluitend op de radiale wanden van de tracheïden. De stralen zijn meestal slechts één cellaag breed (uniseriaat) en zijn daarom ook verstevigd met radiaal verlopende straaltracheïden. Tussen de stralen en tracheïden zijn halve hofstippels aanwezig. De cellen van het straalparenchum bevatten grote, ei- of vensterstippels. Ook komen er harskanalen voor die zowel vertikaal (zoals de tracheïden) als radiaal georiënteerd voorkomen, geassocieerd met de stralen. Er komt in gymnospermenhout relatief weinig axiaal parenchym (tangentiaal) voor ten opzichte van eudicotylen hout.

    - Dit hout is veel complexer. De xyleemelementen vertonen veel meer verschil in diameter, zodat er geen duidelijke radiale rangschiking van de tracheale elementen is. Er zijn wijde houtvaten met soms ook een aantal tracheïden bij bepaalde soorten. De hofstippels bij eudicotyl hout bevatten geen torus, die de hofstippels bij droogtestress kan sluiten. De hardheid van het hout wordt bepaald door de hoeveelheid vezels, maar vooral ook door de dikte van de vezelwanden. Het straalparenchym is meestal breder dan bij gymnospermen (waarvan het straalparenchym meestal maar uit één cellaag bestaat) (multiseriaat). De straalparenchymstrengen zijn bij eudicotylen overigens ook verstevigd met lignine. Harskanalen komen niet zo vaak en veelvuldig voor als bij gymnospermen.

    Rapporteer Plaats commentaar