Geef een aantal tips voor een goede observatie 

1. Gebruik je zintuigen

• Probeer alles in je omgeving bewust waar te nemen. Train jezelf door meer opmerkzaam te zijn.

2. Eerst waarnemen, dan interpreteren, dan handelen

• Eerst neem je waar; vervolgens interpreteer je wat je ziet, hoort, voelt, ruikt of proeft. En dan kan het nodig zijn dat je actie onderneemt. Raadpleeg desnoods een collega met meer ervaring of een andere deskundige.

3. Gebruik bij je observaties zoveel mogelijk concrete uitdrukkingen

• Hoe concreter je bent, hoe meer anderen met je verslag kunnen aanvangen. b.v. niet de cliënt zag er niet goed uit maar de cliënt zag bleek en had een klamme huid. 

4. Gebruik spelmaterialen als je sociaal gedrag wilt observeren
5. Zorg dat je doel duidelijk is

• Wat wil je observeren en waarom? Wat wil je bereiken met je observatie?

6. Maak een observatieplan

• Maak van tevoren een plan waarin duidelijk is wat je precies wilt observeren, hoe lang je observeert, hoe vaak, wie die observaties uitvoeren en welke methode, technieken en hulpmiddelen gebruikt worden. Ten slotte neem in het plan ook op hoe en wanneer je eventuele betrokkenen inlicht over je observatie.
• Iedereen observeert hetzelfede wanneer je van tevoren je methode, techniek en hulpmiddelen bepaalt. Als meer mensen observeren ontstaat een helder beeld van het geobserveerde. 

7. Informeer je cliënt over de observatie

• Het is belangrijk dat je de cliënt informeert over wat je gaat doen en waarom. Vertel ook achteraf wat de observatie heeft opgeleverd en welke acties je gaat ondernemen.

8. Interpreteer niet en onderneem geen actie

• Bij observeren moet je objectief blijven
• Met je interpretatie zet je iedereen op het foute been. Dat betekent dat je in je verslag alleen opschrijft wat je daadwerkelijk waarneemt, dus wat je ziet, of hoort, ruikt, voelt of proeft. Je mag hierbij niet interpreteren en ook geen directe actie ondernemen. Dat komt later als de observatie is besproken.