Geef door middel van 6 voorbeelden aan waar je tijdens de observatie van lichaamstaal op moet letten.

  • * Oogcontact: bijvoorbeeld wegdraaien ,rechtstreeks aankijken 
    * Ademhaling: bijvoorbeeld langzame ademhaling bij rust, snelle ademhaling bij opgewondenheid 
    * Afstand tussen spreker en toehoorder. Als je geïnteresseerd bent in wat iemand zegt, draai je meer naar iemand toe. Als je met je armen over elkaar gaat zitten, heb je een gesloten houding en ben je minder toegankelijk. Als een kind aandacht wil, komt het op schoot zitten 
    * Arm- en handbewegingen: snelle bewegingen geven opgewondenheid of boosheid onrust aan. Langzame bewegingen staan voor rust en ontspanning 
    * Houding: bijvoorbeeld ineengedoken bij verdriet of schaamte, of fier rechtop bij trots en een gevoel van zekerheid 
    * Beweeglijkheid: door de manier waarop iemand zich beweegt, kun je zien hoe iemand zich voelt: bijvoorbeeld snelle passen bij haast, langzame passen bij ontspannend wandelen

    Rapporteer Plaats commentaar