Geef de vier stadiums die kinderen doorlopen bij verledentijdsvorming.
Stadium 1: Er wordt nog geen onderscheid gemaakt tussen woorden door de kinderen. Ze gebruiken puur de woordvormen. Stadium 2: Kinderen ontdekken wat de regel is en gaan deze op alles toepassen Stadium 3: Kinderen passen dingen aan, maar laten de voorgaande regel nog niet los. We krijgen dan ' dronkte'. Stadium 4: Kinderen kennen de onregelmatigheid als vorm en zoeken deze op binnen het hoofd.