Geef de verschillende vormen aseksuele sporen, met voorbeeld
conidiosporen:(conidia, arthrosporen (fragmentatie v gesegmenteerde hyfen), blastosporen (knopvorming, knopjes die vrijgesteld loskomen) spore niet in een zakje (vb. Aspergillus) (losse sporen op steel)
Chlamydosporen: spore met dikke wand, in segment v hyfe (vb. Candida albicans)
Sporangiospore: spore in een zakje/sporangium (vb. Rhizopus)
Macro en microconidia: typisch voor dermatofyten. (veel gebruikt voor identificatie) (epidermofyten, trichopyton, microsporum)