Geef de traditionele voorwaarden voor kennis.

1. S is overtuigd dat P het geval is.
2. P is in overeenstemming met de feiten. 
3. S kan verantwoorden dat P waar is.

De eerste voorwaarde voor kennis is dat je overtuigt bent p het geval is. Indien je namelijk zelf reeds twijfelt of p het geval is, dan heb je geen kennis dat p het geval is. • Overtuigingen hoeven echter nog niet waar te zijn, maar willen we van kennis spreken, dan moet een overtuiging wel waar zijn. Dus een overtuiging moet in overeenstemming met de feiten zijn. Dat is de tweede eis. • De derde voorwaarde is, dat we kunnen verantwoorden of rechtvaardigen dat onze overtuiging waar is, om toevalstreffers uit te sluiten.