1. Is artikel 8 EVRM van toepassing? Dus: is er sprake van privé-, gezins- of familieleven? 2. Vormt de beslissing een inmenging op het gezinsleven? 3. Zo ja: is de inmenging gerechtvaardigd, dus is voldaan aan de beperkingsvoorwaarden uit artikel 8 lid 2 EVRM? 4. Zo nee: is er dan een positieve verplichting die tot een voor betrokkene gunstige beslissing dwingt?