1. Het opschrift met de naam. 2. De aanhef (standaardzinnen als ”Wij Beatrix, bij de gratie Gods, enz.”. 3. De considerans = enkele zinnen over de bestaansreden van de wet. 4. Het corpus = de inhoud van de wet, verdeeld in (titels, hoofdstukken, afdelingen, paragrafen en) artikelen. 5. Het slot = ondertekening, datum van bekendmaking enz. 6. (Soms) bijlagen
Niet elke wet heeft alle elementen van de standaardstructuur. Vele wetten kennen bijvoorbeeld geen bijlagen.