Geef de spelontwikkeling van het jonge kind weer van het moment dat het spel volledig centraal staat naar het moment dat het leren volledig centraal staat.

• Het bewegingsspel en manipulerend spel (2-4 jaar): het kind herhaalt zijn handelingen eindeloos om de eigenschappen van de materialen te leren kennen of om de soorten bewegingen onder de knie te krijgen. Bijvoorbeeld het eindeloos de stoep op en af springen.
• Rolgebonden handelingen (3-5 jaar): de allereerste stap naar het latere rollenspel. Hierbij gaat het om het verkennen van handelingen van mensen in relatie tot de dingen. Het is een losstaande activiteit die ontstaat omdat het kind het attribuut associeert met de bijbehorende handelingen. Er is geen sprake van rollenspel, omdat er geen interactie plaatsvind met een ander kind.
• Thematisch rollenspel (4-7 jaar): het gaat hier om rollenspel op basis van een gezamenlijk geaccepteerd spelidee. 
• Regelspel: (5-8 jaar): een meer gebonden spel met vaste regels. De regels kunnen de kinderen ook zelf bedacht hebben. Bijvoorbeeld knikkeren. 
• Bewuste leeractiviteiten (vanaf 6 jaar): het spelthema wordt als context gebruikt voor doelgerichte leerprocessen. Bijvoorbeeld een winkel met allerlei reken, lees en schrijf activiteiten.