Geef de speciale gevallen mbt natuurlijk taal vs. de standaardvorm in de syllogistiek.

  • Algemeen
    • 'ieder', 'elk', 'wie dan ook' = A-zin
    • 'geen' = E-zin
    • 'één', 'enkele', 'de meeste' = I- of O-zin

    Dubbelzinnig
    • 'een' en 'de' = universeel of particulier?
    • bv. een mens kan zich vergissen ==> alle of sommige ?

    Speciale gevallen
    • exclusieve zinnen type 'alleen A zijn B' = A-zin 'alle B zijn A'
    • bv. 'alleen zoogdieren zijn katten' ==> 'alle katten zijn zoogdieren'.

    Rapporteer Plaats commentaar