Geef de schematische voorstelling van de vorming van een primosoom en de initiatie van een nieuwe dna-streng.

De startplaats van de replicatie (ORI) bestaat uit korte, repetitieve sequenties die herkend worden door proteïnen die betrokken zijn in het initiatieproces. Bij een bacterieel chromosoom is er slechts één zo’n punt, maar in het menselijk genoom zijn er duizenden tegelijk.
Deze initiatorproteïnen (plus/min 30) binden aan de ORI en verdraaien het DNA, waardoor andere replicatieproteïnen (zoals helicase) kunnen binden. Dit initiatiecomplex doet de DNA-strengen uit elkaar gaan (door de waterstofbruggen tussen de basen te verbreken) over een klein gebied. Deze modificatie zorgt ervoor dat nog andere proteïnen het (ss)DNA kunnen bereiken, zoals verschillende kopieën van het single-strand binding-protein (SSB), die het DNA enkelstrengig houden. De RNA-primer wordt aangemaakt door primase (een RNA-polymerase), die samen met helicase het primosoom vormt. Deze primer vormt het 5'-einde van elk Okazaki-fragmentje dat tijdens de discontinue replicatie wordt gevormd.