Geef de percentages aan van 1630 en 1730 van de mannen en vrouwen die hun handtekening konden zetten bij hun ondertrouw.
Het blijkt , dat in 1630 57% van de mannen en 32% van de vrouwen een handtekening kon zetten. Rond 1730 waren deze percentages gestegen tot achtereenvolgens 76 en 51.