Geef de overgangen van vloeistof naar gas en vast. Dus 2 en 4.

  • 2 = Verdampen voorbeeld als je water kookt komt er stoom en het stoom noem je verdampen
    4 = stollen of bevriezen voorbeeld water naar ijs (bevriezen) een kaars die brand daarvan stolt het kaarsvet

    Rapporteer Plaats commentaar