Geef de opbouw van de anatomie van de spier van groot naar klein.

  • -Skeletspier; bindweefsel, Spierweefsel, bloedvaten, zenuwen.
    -Fasicles; spiervezels
    -Spiervezels; sarcolemma, T-tubules, sarcoplasma, kernen
    -Sarcoplasma; Sarcoplasmatisch reticulum, myofibillen, mitochondrien, glycogeen granulen.
    -Myofibrillen; troponine, actine, tropomisine, myosine, titine, nebuline.

    Rapporteer Plaats commentaar