Jongerentaal is een groepstaal; het draait sterk om de identificatie met de eigen (peer)groep. Het is vooral een lexicaal verschijnsel; heeft een typische woordenschat Het draait niet enkel om gesproken taal
Twee voorbeelden van zaken die spelen in de jongerentaal: - verdwijnen onderscheid de en het - fout gebruik van het attributief gebruikte adjectief (het is een mooie boek)