Geef de contrastvormende kenmerken van de vijf generieke strategieën.

    1. De keuze voor een van de vijf generieke strategieën is niet triviaal omdat de uiteindelijke keuze een raamwerk vormt voor de verdere invulling van de strategie van de organisatie.
    2. Elk van de vijf generieke strategieën positioneert de organisatie verschillend in de markt en de concurrentieomgeving.
    3. Elk van de vijf generieke strategieën leidt tot een centraal thema voor de wijze waarop de organisatie zal proberen de concurrentie te verslaan.
    4. Elk van de vijf generieke strategieën creëert grenzen en richtlijnen om acties te ondernemen als de marktomstandigheden duidelijk(er) worden en ideeën om de strategie te verbeteren besproken moeten worden.
    5. Elk van de vijf generieke strategieën leidt tot verschillen de manieren om te experimenteren met de basisstrategie en deze aan te passen.
    6. Welke van de vijf generieke strategieën te kiezen is wellicht de meest ingrijpende strategische beslissing die een organisatie neemt: het stuurt de rest van de strategische acties die de organisatie besluit te ondernemen.
    7. Elk van de vijf generieke strategieën leidt tot verschillen in termen van productlijnen, productie- en marktaccenten en middelen om de strategie te ondersteunen.

    Rapporteer Plaats commentaar