Geef de argumentatie van Sextus Empiricus dat onversoorbaarheid en beheerstheid het einddoel zijn van de sceptische levenshouding. Geef ook aan welke rol opschorting daarbij speelt.

  • Tot nu toe is het einddoel voor een scepticus onverstoorbaarheid tegenover zaken die niet evident zijn en beheerstheid in onvermijdelijke situaties. - Doordat de scepticus niet kon bepalen welke van zijn zintuiglijke voorstellingen waar of onwaar waren, schortte hij zijn oordeel op. - Hoewel hij geen onverstoorbaarheid bereikte door de waarheid vast te stellen, vloeide als bij toeval de onverstoorbaarheid voort juist uit de opschorting van het bepalen van de waarheid. - Want als je geen oordeel velt of iets van nature goed of slecht is, heb je geen last van de onrust die 1. het najagen van dat goede met zich meebrengt; 2. het vermijden van het slechte; 3. het behouden van het goede als je dat hebt gevonden. - Deze onverstoorbaarheid helpt je tevens om beheerst het onvermijdelijke te accepteren.

    Rapporteer Plaats commentaar