Geef commentaar op de volgende beweringen:

a. Bij observaties stelt de observator zich passief en stil op

b. Het is geen goed idee bij een interview een computer te gebruiken

a. De opstelling van de observator hangt af van het type  observatie. Er is een vorm van observatie (silent observatie) waarbij de observator zich inderdaad passief en stil opstelt, alsof hij of zij bij het meubilair hoort. Maar als de observatie is van het type being coached or apprenticed speelt de observator de rol van de gebruiker, en is dan nadrukkelijk aanwezig.

b. Het risico van het gebruik van een computer is dat de geïnterviewde te weinig aandacht krijgt. Dat kan vooral gebeuren als de interviewer de computer gebruikt om aantekeningen te maken. de vraag is of de geïnterviewde dezelfde antwoorden zou geven als de interviewer wel/niet een computer gebruikt om notities te maken. En de vraag is of de interviewer dezelfde vragen zou stellen. Het kan irritant zijn als iemand naar zijn beeldscherm zit te staren, handen bij het toetsenbord, als hij/zij interviewt. Aandacht bij de laptop = geen aandacht bij de geïnterviewde. En afhankelijk van de waargenomen sociale positie van de geïnterviewde en de interviewer zou het totaal ongepast zijn. De tijd van de geïnterviewde is kostbaar. Maar blijkbar niet zo kostbaar dat de interviewer zijn aandacht  er steeds bij hoeft te houden. Om maar niet te spreken van gemompel tijdens het zoeken van de juiste file of het corrigeren van typefouten of andere rampjes. Het maken van aantekeningen kan minder storend zijn als er 2 interviewers zijn, van wie er 1 voortdurend aandacht heeft voor de geïnterviewde.

Het is ook mogelijk om de computer op een nuttige manier in te zetten, bijvoorbeeld om een fotot of diagram te laten zien en commentaar te vragen