Geef beargumenteerd aan of de volgende stelling juist dan wel onjuist is.

Het arrest ‘Quint-Te Poel’(1959) heeft zijn betekenis voor het huidige recht grotendeels verloren omdat de rechtsregel van het arrest inmiddels in het huidige Burgerlijk Wetboek verwerkt is.

  • De kern van het arrest Quint-Te Poel hield in dat de Hoge Raad daarin besliste dat voor het ontstaan van een verbintenis niet per se een (uitdrukkelijk) wetsartikel hoeft te kunnen worden aangewezen. Voldoende is, aldus de Hoge Raad, dat een verbintenis in het wettelijk systeem past en aansluit bij de wèl in de wet geregelde gevallen. In het huidige BW is de rechtsregel van het arrest Quint-Te Poel verwerkt in art. 6:1 BW, dat luidt: ‘Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit.’ Met dit laatste woordje heeft de wetgever tot uitdrukking willen brengen dat een verbintenis niet rechtstreeks op de wet hoeft te berusten, maar ook uit het ongeschreven recht kan ontstaan, mits dit aansluit bij de wet.
    Kortom, nu de rechtsregel van het arrest ‘Quint-Te Poel’(1959) in het huidige Burgerlijk Wetboek is verwerkt, kan inderdaad gesteld worden dat het arrest zijn betekenis voor het huidige recht grotendeels heeft verloren.
    De stelling is dus juist.

    Rapporteer Plaats commentaar