1. Geef aan welke wijzen van parlementaire goedkeuring er bestaan.

Uitdrukkelijke goedkeuring, die plaatsvindt bij wet, en stilzwijgende goedkeuring, die verleend is indien niet binnen dertig dagen nadat het verdrag door de regering ter goedkeuring aan de beide kamers der Staten-Generaal is voorgelegd, door of namens een van de kamers of door ten minste dertig Tweede Kamerleden of vijftien Eerste Kamerleden om uitdrukkelijke goedkeuring is gevraagd (art. 5 Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen). Een parlementaire minderheid van ten minste een vijfde deel van het grondwettelijk aantal leden van een van beide kamers kan dus in elk geval een volledige parlementaire behandeling, inclusief debat, afdwingen. Het parlement kan de tekst van het verdrag niet amenderen omdat die in een internationaal verdrag is vastgesteld. Wel kan in de goedkeuringswet, al dan niet middels een amendement, een voorbehoud of een interpretatieve verklaring worden opgenomen. In geval van stilzwijgende goedkeuring ontbreekt uiteraard iedere mogelijkheid tot amendering (zie ook artt. 19-23 en artt. 31-33 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht). Bij een zestal categorieën van verdragen is geen voorafgaande goedkeuring vereist (zie ook art. 7 en art. 11 Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen). Voorlopige inwerkingtreding en voorlopige toepassing van een nog niet goedgekeurd verdrag is mogelijk ingevolge de artikelen 10 en 15 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen.