Geef  aan  welke  van  onderstaande  oorzaken  het  meest  voorkomen. Beschrijf  per  oorzaak  wat  de  patiënt  waarneemt.

 


Glasvocht  troebelingen: 

  • Floaters (bij iedereen gedurende de leeftijd nemen deze toe), bij plotselingen toename floaters door loslating van de achterste glasvochtloslating< allert op ablatio retinae groot risico
  • Acute visusdaling
  • de floaters bewegen mee en na

Brilmonturen: positieve scotoom

Brillenglazen: sterke positieve lenzen geeft jack in de box, object valt weg en komt na verder centraal liggen plosteling in beeld



Migraine: 

  • Scotoma scintillans, allebei de ogen lichtflisten, kartles (Ablatio bij een oog, bolletjes)
  • Acute visusdaling

Diabetische  retinopathie een bloeding, spotjes geven geen hinder

Dermatochalasis: overhangend ooglid

Glaucoom: 

  • verlies van oogzenuws, overeestemming van gezichtsverlies en anatoom verlies
  • Chronsche visusdaling

Venatak  occlusie: 

  • oedeem geeft necrose, acute schade speelt zich in het capillair bed
  • Acute visusdaling

Arterietak  occlusie: 

  • zichtbaar door bleke verkleuring
  • Acute visdaling

Ablatio  retinae: 

  • gordijn effect (wazig receptoren nog actief, vascularisatie, focus), Meeste impact door een ablatio kan optreden door ablatio in de macula> Operatie is bij niet aanliggende macula niet acuut, wel bij een aanliggende macula> Advies bij een ablatio retinae voor operatie gaan liggen met de scotoom naar boven (zwaarte kracht positief effect> prognose verbeteren)
  • Acute visusdaling

Chorioretinale  littekens: 

  • door infectie, negatieve scotoom
  • chronsiche visusdaling

CVA: 

  • Hemianopsie bij lokalisatie op de chiasma
  • Acute visusdaling

Hypofyse  tumor:

  • bitemporale hemianopsie
  • Acute visudaling

Rapporteer Plaats commentaar