Geef aan welke uitspraak juist is.

 

       1)    DNA polymerase bevat twee verschillende enzymactiviteiten in een polypeptide: een polymerase activiteit welke aan het 5'-uiteinde van een DNA streng een nucleotide toevoegt en een hydrolyse activiteit waarbij er in het dubbelstrengs DNA een nieuw vrij 5' uiteinde ontstaat.

        2)    Alle DNA en RNA polymerases bevatten een zogenaamde 'proof reading' activiteit. Hierbij worden basenparen verwijderd waarbij de basenparing niet correct is.

      3)    Voordat er een nieuw nucleotide wordt toegevoegd aan DNA wordt een niet-goed hybridiserend nucleotide verwijderd.

       4)    DNA bestaat uit twee strengen. Ondanks dat de DNA synthese semi-conservatief is worden beide strengen door DNA polymerase min of meer gelijktijdig gemaakt.