Geef aan welke twee kloven we tegenkomen als we spreken over de verhouding tussen zinsbetekenis en sprekersintentie.

  • Kloof 1: onderdeterminering van de illocutionaire kracht door de zinsbetekenis. 

    zinsbetekenis is niet in staat de illocutie duidelijk te maken. 
    Er zijn meerdere illocuties mogelijk. Het gevolg hiervan is een grote afstand tussen propositie en illocutie en dus onvermijdelijk conversationele implicaturen.

    Kloof 2: onderdeterminering van de propositionele betekenis door de zinsbetekenis.

    De uiting 'Inderdaad, dat is zo' kan een schier oneindig aantal propositionele inhouden tot uitdrukking brengen. Er is dus veel context nodig om de intentie te verduidelijken.  Ook hier krijgen we te maken met onvermijdelijk conversationele implicaturen.

    Rapporteer Plaats commentaar