Geef aan welke gegevens uit het diëtistisch onderzoek je plaatst onder functies, anatomische eigenschappen, activiteiten en participatie.

Functies:

1. Mentale functies, bijvoorbeeld motivatie, eetlust, kennis van bijvoorbeeld eigen voeding en beweging, angst.
2. Fysiologische functies, bijvoorbeeld nuchter glucose, bloeddruk, pijn, smaak, defecatie, lichaamsgewicht, voedingsbehoefte.

Anatomische eigenschappen: zoals doorgankelijkheid van de slokdarm.
Activiteiten:
zoals lezen, wandelen, traplopen, zorgen voor voeding in de dagelijkse leefsituatie (koken, samenstellen van de maaltijden, boodschappen doen, uitslag van de voedingsanamnese berekenen met betrekking tot energie en voedingsstoffen).
Participatie:
baan, vrijwilligerswerk, lid van sportclub, vereniging of commissie.