Een eencellig organisme, zonder kern en mitochondriën; sommige soorten hebben chlorofyl. De cellen zijn klein, vergeleken met planten, dieren en schimmels. -Celgrootte ongeveer 1/1000 mm -Celwand -Geen organellen -Geen celkern. -3 vormen bacteriën onderscheiden: rond, staafvormig en kommavormig. -Weinig variatie in hun uiterlijk. -Sterke variatie op het gebied van stofwisseling. -Autotroof of heterotroof. -Gevoelig zijn voor antibiotica. -Vaak in symbiose. -ringvormig DNA zonder membraan. -geen endoplasmatisch reticulum. -behoren tot de Eukaryoten. -Aanwezigheid plasmiden (ringetjes erf. materiaal). -Geen meiose, (ringvormige chromosoom altijd in enkelvoud in bacterie). -Geen geslachtscellen (Wel kunnen kleine stukjes van het DNA soms van de ene bacterie in de andere worden overgedragen. In feite is dit wel een bepaalde vorm van geslachtelijke voortplanting.)