Geef aan wat de relatie is tussen de opdracht van het bestuur om het algemeen belang te behartigen en het verbod van vooringenomenheid.

  • Het bestuur behartigt per definitie het algemeen belang. Alle handelen van het bestuur zal dan ook daarop gericht moeten zijn. Het bestuur mag geen eigen – van het algemene belang vreemde – belang nastreven. Deze notie is van belang bij de normering van het bestuurshandelen. Dat brengt bijvoorbeeld met zich dat bestuursorganen zich moeten onthouden van praktijken die de rechtspositie van de burger ondermijnen (fair play). Een codificatie van dit algemeen beginsel van behoorlijk bestuur is te vinden in artikel 2:4 van de Awb. In het eerste lid van deze bepaling is bepaald dat bestuursorganen hun taken zonder vooringenomenheid moeten vervullen. Daarnaast moet het bestuursorgaan (tweede lid) ervoor waken dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming niet beïnvloeden

    Rapporteer Plaats commentaar