1. Geef aan waarom de typering van het Statuut als een ten opzichte van de Grondwet hiërarchisch hogere regeling gebreken vertoont.

  • In theorie is de Grondwet het constitutionele basisdocument van Nederland en het Statuut dat van het staatsrechtelijke samenwerkingsverband tussen Nederland (incl. de BES-eilanden), Aruba, Curaçao en St. Maarten (´het Koninkrijk´). Het Statuut heeft dus gelding voor een wijdere ´rechtskring´ dan de Grondwet en neemt dientengevolge een hiërarchisch hogere positie in. Artikel 5, tweede lid van het Statuut bepaalt dan ook: ´De Grondwet neemt de bepalingen van het Statuut in acht´.
    Voor een aantal zeer belangrijke onderdelen verwijst het Statuut echter naar de Grondwet. Zo regelt de Grondwet het koningschap met de troonopvolging, de in het Statuut genoemde organen van het Koninkrijk en de uitoefening van de koninklijke en de wetgevende macht in aangelegenheden van het Koninkrijk, dit alles voor zover het Statuut hierin niet voorziet (art. 5, eerste lid, Statuut). Omdat de regeling van deze onderwerpen in het Statuut uiterst globaal is en bovendien de koninkrijksorganen grotendeels samenvallen met de corresponderende organen van het koninkrijksonderdeel (´land´) Nederland valt goed te betogen dat de Grondwet niet alleen het constitutionele basisdocument van Nederland is, maar ook – tezamen met het Statuut – het constitutionele basisdocument van het Koninkrijk in zijn totaliteit.

    Rapporteer Plaats commentaar