Geef aan waardoor het bloed in een goed functionerend hart maar één richting op kan. Noem vier onderdelen die hierbij betrokken zijn en geef aan waar ze liggen.

  • In het hart liggen kleppen die de terugstroom van het bloed verhinderen (in de annulus fibrosus):

    1. mitraalklep (tussen linker boezem en linker kamer)
    2. tricuspidaalklep (tussen rechter boezem en rechter kamer),
    3. aortaklep (tussen linkerkamer en aorta)
    4. pulmonalisklep (tussen rechter kamer en longslagader).

    Rapporteer Plaats commentaar
  • in het hart liggen kleppen die de terugstroom van het bloed verhinderen. Deze liggen in de annulus fibrosus. Dit zijn de mitraalklep (tussen linkerboezem en -kamer), de tricupidaalklep (tussen de rechterboezem en -kamer), de aortaklep (tussen linkeramer en aorta) en de pulmonaalklep (tussen rechterkamer en longslagader).

    Rapporteer Plaats commentaar