Geef aan per ontwikkelingsfase/-periode welke omgevingsfactoren een rol spelen en noem enkele kenmerken.

  • Babyperiode:
    Omgeving: het gezin, de kinderopvang
    Kenmerken:
    - Snelle groei en ontwikkeling
    - Geheel afhankelijk van zorg en bescherming
    - Eerste gehechtheidsrelatie

    Peuterperiode:
    Omgeving: het gezin, de kinderopvang, peuterspeelzaal
    Kenmerken:
    - Door beweging en spraak meer autonoom
    - Denkt en handelt nog egocentrisch

    Kleuterperiode:
    Omgeving: gezin, de basisschool (groep 1/2), de buurt, de naschoolse opvang.
    Kenmerken:
    - Sociale ontwikkeling neemt toe.
    - Speelt met veel fantasie.

    Schoolperiode:
    Omgeving: gezin, basisschool (groep3-8), buurt, naschoolse opvang, sport en/of hobbyclub.
    Kenmerken:
    - Cognitieve ontwikkeling staat centraal.
    - Sociale contacten verbreden zich.

    Adolescentie:
    Omgeving: gezin, voortgezet onderwijs, leeftijdsgenoten.
    Kenmerken:
    - Lichamelijke verandering door de puberteit.
    - Begin seksuele belangstelling.
    - Identiteitsontwikkeling.

    Rapporteer Plaats commentaar