Geef aan of de volgende juridische relaties privaatrechtelijk, dan wel publiekrechtelijk van aard zijn.
  1. De gemeente A komt met beeldhouwer B overeen dat deze laatste tegen betaling een beeldhouwwerk voor de raadzaal zal vervaardigen.
  2. De gemeenteraad van de gemeente A besluit het experimentele dansgezelschap Pas de trois een subsidie te verlenen.
  3. Gemeente A verkoopt een stuk grond aan de provincie, ten behoeve van de bouw van een nieuw provinciehuis.

    1. Privaatrechtelijk: het aangaan van een overeenkomst tot het vervaardigen van een beeldhouwwerk is een bevoegdheid die in beginsel aan iedere burger toekomt en die geregeld is in het privaatrecht (aanneming van werk art. 7:750). Nu één van de partijen bij deze overeenkomst (toevallig) een overheidsorgaan is, is deze, net als een burger, onderworpen aan de regels van het privaatrecht.
    2. Publiekrechtelijk: hier is sprake van een rechtsbetrekking waarbij de overheid optreedt in een publiekrechtelijke kwaliteit, namelijk bevoegdheden uitoefenend (subsidie verlenen) die aan haar als overheid zijn toebedeeld.
    3. Privaatrechtelijk: hoewel beide partijen overheidsorganen zijn, is hier sprake van een privaatrechtelijke rechtsverhouding, aangezien een koopovereenkomst een handeling is die ook door burgers verricht kan worden.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • 1) Privaatrecht
    2) Publiekrecht
    3) Privaatrecht

    Rapporteer Plaats commentaar