Geef aan in welke mate de opeenvolgende constituties van de revolutionaire jaren nu eens de radicalisering van de Revolutie, dan weer een meer behoudens gezinde reactie tegen die radicalisering weerspiegelen.

  • 1.           1791 – Constitutie; gematigde constitutie. Het volk stond naast de koning.
    2.           1793 – Constitutie; extreme constitutie. De koning werd onthoofd en er was een revolutionaire regering.
    3.           1795 – Constitutie; de voorgaande extreme constitutie werd weer gematigd met het einde van de revolutionaire regering. Er ontstond een twee kamer systeem waarbij er een scheiding van de uitvoerende en wetgevende macht was.

    Rapporteer Plaats commentaar