Geef aan in welke mate botweefsel doorbloed is, benoem uit welke bestandsdelen botweefsel is opgebouwd. Op welke manier de samenstelling van het bot verandert in de loop van de jaren en waar kalk in het lichaam nog meer nodig is.
Botten zijn goed doorbloed en levendig. Samenstelling van het bot is: Botcellen Kalkzouten Collageenvezels en lijmstoffen.
Botopbouw van buiten naar binnen: Botvlies Compact bot zeer goed doorbloed Spongieus bot, met daarin roodbeenmerg Mergholte in de lange pijp beenderen, met daarin geel beenmerg. Gewrichtskraakbeen is niet doorbloed
Jeugd bestaat het botmateriaal voor 1/3 uit kalkzouten en 2/3 e uit vezels. Rond de 20 jaar is deze verhouding omgedraaid. Rond 30 jaar de maximale botdichtheid. 35 e jaar neemt de hoeveelheid botdichtheid kalkzouten en vezels af. Na de menopauze neemt de botdichtheid bij vrouwen af door vermindering van oestrogeen .
Kalk is ook nodig in het bloed vandaar dat een tekort aan kalk kan komen doordat het bloed om kalk vraagt en dat dit onttrekt aan de botten.