geef aan hoe de verschillende glycerolen en kleine vetzuren worden opgenomen vanuit de darm en hoe ze aan het bloed worden afgegeven

hoe langer de vetzuurstaart, hoe minder goed de oplosbaarheid is in water. vetzuren gaan door het membraan van de entrecote door middel van diffusie (passief). na emulgatie door galzouten, waardoor de vetbolletjes kleiner worden, kunnen de vetzuurstaarten er af worden geknipt door lipases en zo vormen ze een soort eicellen. zo kunnen ze door een membraan heen, omdat ze kunnen oplossen in vet.
in de enterocyt worden de langere vetzuren omgezet naar triglyceriden en met eiwit en cholesterol in chylomicronen verpakt. deze kunnen door exocytose naar de lymfevaten. doordat ze later pas in het bloed komen gaan ze niet via de lever.