Geef 4 kenmerken van oömycota en beschrijf ook de levenscyclus

  • De Oömycota of waterschimmels komen voor op het land en in het water. Ze werden vroeger bij de schimmels gerekend omwille van hun hyfeachtige habitus. Op zich kan men zich er dan ook over verbazen dat de groep nu bij fotosynthetiserende Heterokontofyten zit. Daar zijn echter goede redenen voor:
    - De zoösporen, die tijdens de ongeslachtelijke voortplantingscyclus worden gevormd, bezitten twee ongelijke flagellen (heterokont).
    - Oömycota ontwikkelen meestal een coenocytisch mycelium (er worden enkel septa gevormd ter hoogte van de voortplantingsstructuren en in oudere sterk gevacuoliseerde delen van de hyfe).
    - De celwanden van de hyfen zijn opgebouwd uit een cellulose-achtig materiaal (niet zoals chitine, bij schimmels).
    - De hyfen hebben als functie het absorberen van nutriënten.

    Levenscyclus:
    - Ongeslachtelijk: met behulp van mitose worden er uit diploïde sporangia (aanwezig als onderdeel van het diploïde geheel) zoösporen gemaakt, die zich weer kunnen ontwikkelen tot coenocytische mycelia.
    - Geslachtelijk: met behulp van meiose ontstaan er uit het diploïde geheel geslachtscellen (aanwezig in de vorm van eicellen en mannelijke gameten in antheridia). Na bevruchting ontstaat er een zygote die zich weer kan ontwikkelen tot een diploïd coenoctyisch mycelium.
    De levenscyclus van de oömycota is dus diplont (met een meercellige diploïde structuur en geen (meercellige) gametofyten die uit sporen ontstaan).

    Rapporteer Plaats commentaar