Gedurende een bepaalde periode na de toediening kunnen met name de urine en de feces van de patient (hoge) concentraties cytostatica bevatten. De periode diat dit materiaal als risicovol moet worden beschouwd is afhankelijk van het middel en de toedieningswijze. Naast urinev en feces kunnen ook in andere vormen van excreta cytostatica worden teruggevonden, zoals transpirantievocht, braaksel, asciet- en pleurevocht en sperma. Dit materiaal moet dan ook als besmet worden beschouwd. In de betreffende risicoperiode moet door zorgverleners maatregelen worden genomen om blootstelling zo veel mogelijk te voorkomen. 

Rapporteer Plaats commentaar