Gedurende de vroeg moderne tijd was er een toename in de macht van de overheid over de kerk. Geef wat voorbeelden

  • Nederlandse republiek had in begin van 16e eeuw een dognmtische twist niet kunnen beteugelen , dit leidde tot kerkscheuring. 50 jaar later, wisten ze echter een vergelijkbare theologische twist wel te beteugelen.

    Frankrijk Bisschoppen waren altijd betrokken tijdens de godsdienst oorlogen aan het eind van de 16e eeuw. Ook toen ze zich tegen de troon verzette.
    Bij de laatste uitdaging voor het koninklijk gezag, voor de revolutie, waren geen bisschoppen meer betrokken.

    Engeland, vanaf 1660 besliste het parlement voortaan over de belasting van de kerk, de kerk moest het privilege om zelf over de belasting van goederen te beslissen opgeven.

    Dit resulteerde in de opheffing van de Convocation (representatieve vergadering van alle geestelijken in de kerk).
     De macht van de katholieke mogendheden was zo groot geworden, dat ze Clemens XIV in 1773 konden dwingen om de jezuïeten orde op te heffen.

    Bij de katholieke kerk en de anglicaanse kerk konden de overheden profiteren van de hervormingsgezinde groepen binnen de kerk zelf. Dit was ook al het geval geweest bij de reformatie. Deze groepen zagen in dat alleen de overheid sterk genoeg was om de noodzakelijke verbeteringen door te voeren.

    De mensen wilden over het algemeen, dat de overheid haar taak op de in de ogen van de kerk, juiste manier uitvoerde.

    Rapporteer Plaats commentaar