Gedurende de meiose I krijgt een van de dochterkernen vrijwel al het cytoplasma, terwijl de andere kern als zogenaamd poollichaampje degenereert. Gedurende de meiose II worden opnieuw twee poollichaampjes gevormd, waardoor uiteindelijk één grote eicel overblijft. 

Bij de vrouw begint de eerste meiotische deling al voor de geboorte. Deze stopt echter na de profase. Deze wordt pas weer vervolgd na de puberteit, waarbij tijdens iedere cyclus een of enkele oöcyten meiose I afmaken. Deze wordt dan direct gevolgd door meiose II.

Bij de man start de meiose pas bij de puberteit, deze gaat daarna het gehele leven door.

Rapporteer Plaats commentaar