gedurende de archaische periode ontworstelde de figuur zich aan de begrenzingen van het rechthoekige blok zoals dat uit de groeve was gekomen

  • eenzelfde ontwikkeling is bij de architectonische sculptuur en vooral in de beeldengroepen in de tempelfrontons. Van een aanvankelijk vlakke, reliefachtige compositie met een sterk frontaliteit ontwikkelde dit type beelden zich naar opengewerkte groepen figuren in complexe houdingen en bijna losgewerkt van de achtergrond

    Rapporteer Plaats commentaar