Gedragsvormen die defensiviteit oproepen: 
1. Beoordeling: het maken van verwijten, de ander de schuld geven. Het veroordelen van je gesprekspartner. De jij-taal.
 
2. Dwang: een ander zeggen hoe hij zich moet gedragen, weten wat voor de ander goed is. Kortom: druk op de ander uitoefenen door hem te overrompelen of te overtuigen met een stroom van overredende argumenten. 

3. Manipulatie: proberen de ander op een verborgen en indirecte wijze iets duidelijk te maken of tot ander gedrag aan te zetten. Eigen belang van de zender. De ander op indirecte wijze voor het eigen karretje spannen. 

4. Onverschilligheid: geheel voorbijgaan aan de gevoelens van de ander: geen eigen betrokkenheid of persoonlijke inzet tonen. Je ziet hem meer als een object.
 
5. Superioriteit: laten merken dat je meer bent dan de ander, dat je je boven hem verheven voelt en de macht hebt. Zo'n opstelling creëert bij de ander een gevoel van minderwaardigheid. 
 
6. Overtuigd zijn van eigen gelijk: een belerende houding aannemen, laten merken dat je precies weet wat goed en fout is, er zeker van zijn dat jij gelijk hebt en dat jouw manier van handelen de enige juiste is. 
Je suggereert eigenlijk dat de anderen stom zijn. 

Psychologische sandwich: lof, kritiek, lof. Eerst iets aardigs zeggen, dan een klap geven en ten slotte weer iets aardigs.

Rapporteer Plaats commentaar